BRL 9320

Wij zijn verantwoordelijk voor de coördinatie van enkele onderdelen van het kwaliteitssysteem van alle asfaltproductielocaties in Nederland. We richten ons op specifieke onderdelen van het productieproces die verband houden met het produceren van asfalt volgens de BRL 9320 normen. Deze gaan over de milieuhygiënische kwaliteit van (warm) asfalt.

Onze taak is om te controleren of de asfaltproductie (in clusterverband) voldoet aan de BRL 9320 normen. Hierbij wordt middels een steekproef laboratoriumonderzoek uitgevoerd op asfalt. Dit wordt geanalyseerd op de diverse parameters uit het Besluit Bodemkwaliteit. Hiertoe hebben we diverse procedures opgesteld.

Daarnaast is het onze verantwoordelijkheid om een lijst met toegestane bouwstoffen op te stellen en te onderhouden, waarmee asfalt geproduceerd mag worden: OPWA (Omschrijving Productgroep Warm Asfalt).

Asfalt wordt alleen onder het BRL 9320 certificaat geleverd aan de markt als de asfaltproductielocatie is aangesloten bij TOP, én wanneer het voldoet aan de randvoorwaarden zoals omschreven in de OPWA.

De CROW-publicatie 210 'Richtlijn omgaan met vrijgekomen asfalt' bevat zeven protocollen om te bepalen of bestaand asfalt teer bevat of niet. Deze protocollen leggen stap voor stap uit wat te doen vanaf het moment dat wegbeheerder besluit om werkzaamheden uit te voeren waarbij asfalt vrijkomt (voorbereiding), tot het moment waarop het asfalt wordt geaccepteerd bij een (thermische) verwerkingsinrichting of inzamelaar.

Voordat asfaltcentrales vrijgekomen asfalt (bijv. asfaltgranulaat) kunnen accepteren en opslaan voor productie (hergebruik), is het - in het kader van de BRL 9320 - belangrijk dat is aangetoond dat het vrijgekomen asfalt conform de CROW-publicatie 210 is behandeld.

Om asfaltproducenten te helpen deze richtlijn makkelijker te volgen, hebben we 3 formulieren ontwikkeld.